Alexandros

Alexandros is dood. Eindelijk. Het heeft een tijd geduurd, maar hij heeft dan toch gekregen waar hij om vroeg.

Tijdens een van de eerste ommetjes die ik maakte door Agios Ioannis, onze woonplaats op Corfu, ontmoette ik Alexandros. Gezeten voor zijn huisje in het centrum vond ik hem gelijk de moeite van het fotograferen waard. Mooie oude getaande kop met daarin een paar vriendelijke ogen die mij nieuwsgierig vanonder een geruite pet aankeken. Ondanks de warmte was hij gekleed in een lange broek en een overhemd, met daaroverheen een versleten colbertje. Ik zou hem nooit anders zien, zomer en winter. Alleen het schoeisel wijzigde soms. Was hij even bezig in zijn moestuintje dan had hij korte rubberlaarzen aan.

Het was een schitterende combinatie, de oude man voor zijn nog oudere woninkje. De muren knalgeel geschilderd, maar zo afgebladderd, generfd en doorleefd dat het gewoon prachtig was. Net als zijn bewoner.
Alexandros was een vriendelijke oude baas. Met handen en voeten bespraken we het weer en andere oppervlakkigheden. Hij met de paar woorden Duits die hij sprak en ik met net zoveel woorden Grieks. Het waren dus zeker geen diepe gesprekken over de zorgelijke toestand van de euro, de problematiek in het Midden-Oosten of de gespannen verhoudingen tussen Noord- en Zuid-Korea. Via de tamtam had ik vernomen dat hij door iedereen in het dorp werd gemeden. Over zijn verleden deden enkele vreemde verhalen de ronde. Hij zou altijd depressief en aggressief geweest zijn en zelfs een keer geprobeerd hebben zijn bejaarde moeder te vermoorden. En meer sensationele vertelsels die een popster of sportheld niet zouden misstaan.
Wat er van waar was, wist ik natuurlijk niet, feit was dat niemand met hem sprak in het centrum van Agios Ioannis, bestaande uit een plein ter grootte van een knaak en een straatje waarvan de bewoners vanuit hun raam op de stoep van de overbuurman kunnen spugen. Soms waren zijn buren druk met elkaar in gesprek terwijl Alexandros alleen en in zichzelf gekeerd op een oude gammele stoel voor zijn huisje zat. Niet vreemd dus dat hij altijd leek uit te zien naar mijn komst. Vaak vroeg ik hem hoe het ging. Het antwoord was meestal hetzelfde: niet best. Dan begon hij over zijn bezoek aan de Yatros (dokter) vanwege problemen met zijn Kardia (hart) of zijn Potia (benen) en de Farmaka (medicijnen) die hij gebruikte. Steevast eindigde hij zijn praatje door het hoofd enigszins schuin te houden, de mondhoeken naar beneden getrokken en de ogen gesloten, waarna hij langzaam omhoog keek en met zijn verweerde handen een devoot opwaarts gebaar maakte. Ston Ilios (Naar de zon), zei hij dan, waarmee hij aangaf dat het voor hem allemaal niet meer hoefde.
In het begin dacht ik nog dat hij naar zijn overleden vrouw wilde, als hij omhoog wees. Later hoorde ik dat hij nooit getrouwd is geweest en ook geen kinderen had. Veel meer dan luisteren en meevoelen kon ik niet voor hem betekenen, anders had ik het gedaan. Perimenete File Mou (nog even geduld, mijn vriend), antwoordde ik dan maar weer. Dan glimlachte hij zijn laatste tanden even bloot en trok zijn wenkbrauwen op. Meer kan je niet voor me doen, leek hij te willen zeggen.

Ik had Alexandros al een paar dagen niet voor zijn huisje zien zitten. Dan begin je toch aan het onvermijdelijke te denken. Omdat er, behalve zijn neef George, geen mens naar hem omkeek, zou hij dagen dood in huis kunnen liggen zonder dat iemand hem zou missen. Ik hield er ernstig rekening mee dat Alexandros niet meer onder ons was. Dat vermoeden leek bevestigd te worden toen op een dag de voordeur van zijn huisje openstond en ik bouwvakkers in en uit zag lopen. Tussen de werklui zag ik ook zijn neef, de taxichauffeur van Agios Ioannis en omstreken. Ik vroeg hem of zijn oom was overleden.
Nee, Alexandros was tijdelijk opgenomen in een verzorgingshuis. Hier thuis ging het echt niet meer, met zijn gezondheidsproblemen. Hij had niet eens stromend water, noch een douche en een toilet in huis. Oom Alexandros was dus opgehaald om opgelapt te worden. Ondertussen liet zijn neef het huisje grondig verbouwen en de noodzakelijke sanitaire verbeteringen aanbrengen, in afwachting van de terugkeer van Alexandros. En Alexandros kwam terug en zette zijn leven op de oude voet verder, alleen en in zichzelf, zonder belangstelling en warmte van zijn directe omgeving.

Verleden week liep ik met onze hond Plati te wandelen, toen ik een nieuw overlijdensbericht op een telefoonpaal geniet zag. Nieuwsgierig bekeek ik het en zag een bekende naam: Alexandros, Eton 89, wat betekent dat genoemde op die leeftijd is overleden. Thuis zeg ik tegen Mirjam dat onze Alexandros waarschijnlijk is overleden. Een paar dagen later kom ik George onderweg tegen en hij bevestigt dat het inderdaad zijn oom is die er niet meer is. Het zat er al een tijdje aan te komen, vertelt hij. Ik zeg dat hij eindelijk zijn zin heeft gekregen. George knikt bevestigend en start zijn taxi. Het leven gaat tenslotte verder.
Alexandros is dood. Maar hij heeft zijn gram gehaald op Agios Ioannis. Tijdens zijn leven werd hij gemeden door bijna heel zijn omgeving. Bij zijn begrafenis liep het hele dorp uit, zelden was het zo druk op een begrafenis. Rust zacht, vriend.