Het is weer mei op Corfu en dus? Vlindertijd! Wat een genot is het toch om die vrolijke, maar tegelijkertijd nijvere beestjes rond te zien fladderen. In hoog tempo worden alle bloemetjes dartelend aangedaan. Vertoont zich een soortgenoot in hetzelfde stukje luchtruim dan is het helemaal feest. Soms zie je dan dat ze even om elkaar heen cirkelen en dan hoor je ze gewoon zeggen: your place or mine? Vlinderen noem ik dat.
Nu hebben wij hier op Corfu in het binnenland een zogenaamd verlaten dorp, dat in een prachtig rustig landschap ligt. Schitterend hoor, maar laten die vlinders zich daar nou vreselijk in hun element voelen! De mooiste soorten kom je daar tegen terwijl ze zich tegoed doen aan de miljoenen bloemen en elkaar.
Wij daar dus heen op een mooie zaterdag in mei. Na een mooie rit over de Troumbeta (een pas midden op Corfu) storten wij ons in de binnenlanden van Corfu, langs plaatsjes als Skripero, Chorepiskopei, Stakera en andere schilderachtige namen. Dan komen we bij de noordkust van Corfu uit, Roda en daarna Acharavi, waar wij verliefd werden op het eiland. Prachtige rit op een zonovergoten dag.
We ronden de Noord en vervolgen onze route even later langs de oostelijke kustweg tot we bij de afslag Perithia komen. Eerst door Kato (laag) Perithia, dan door Loutses, met zijn prachtige grotten. Even later stuiteren we over een vreselijk slecht stukje weg, dat na twee kilometer gelukkig overgaat in asfalt. En we stijgen en we stijgen en genieten weer van de schitterend beklede berghellingen en al het overige moois dat Corfu te bieden heeft. Hoe vaak zijn we al niet in Perithia geweest? En toch gaan we elke keer weer met plezier naar dit bijzondere stukje Historisch Corfu.
Dan is daar eindelijk de blikvanger van de omgeving, de roze klokketoren van de kerk van Perithia. Daar schiet ik mijn eerste foto, niet van een gevleugelde vlinder, maar van mijn eigen vlindertje Mirjam.
Even later ziet zij de eerste vlinder, een pracht zwartwit exemplaar met sierlijke tekening, vrolijk door het zwerk fladderen. Dat belooft veel goeds en zo blij als een hond met zeven staarten storten wij ons op het pad.
We komen bedrogen uit. Er zijn veel vlinders, maar bijna allemaal van een en dezelfde soort. Mooi hoor en ik klik er lustig op los, maar de variatie is niet om over naar huis te schrijven. Blijkbaar is het nog te vroeg in het jaar, de rest van de vlinders moet nog wakker worden. Toch hebben we een schitterende wandeling door het woeste natuurgebied van Perithia en omgeving. Prachtige vergezichten, berghellingen onder tapijten van duizend tinten groen, geel en paars, zeeën van bloemen en glooiende groene weiden afgewisseld met woeste rotsformaties. En overal dat betoverende azuren dak erboven. Heerlijke tijdsbesteding om daar rond te dwalen. Maar dan!
We hebben onszelf een lekkere lunch beloofd bij Foros, een van de zes (6!) restaurants in het verlaten dorp. Foros is al sinds de jaren negentig gevestigd in Perithia en heeft een uitstekende naam. De volgers (lees: imitators) proberen allemaal een graantje mee te pikken, maar dat wekt toch wat wrevel bij mensen. De eerste drie restaurants lopen we dus, terwijl we vriendelijk begroet worden, straal voorbij en komen door een nauw straatje met verlaten huizen op een pleintje uit waar de andere drie restaurants hun klanten proberen te veroveren.
Wij hebben onze keuze al gemaakt en ploffen dus neer onder de druivenranken van Foros. Het is goed rusten na gedane zaken en we laten ons het koele water lekker smaken. Ook Plati slobbert gulzig uit een plastic bak en speelt wat met de plaatselijke honden. De maaltijd van tonijnsalade, saganaki, uientaart en kolikythia gaat er in als koek en wordt weggespoeld met een biertje en rode wijn.
Na de maaltijd maken we een praatje met de eigenaar, die luistert naar de naam Thomas Siriotis. Op onze vragen vertelt hij honderduit over het verleden van Perithia en weet van veel huizen de achtergrond te verhalen. Terwijl hij vertelt, zit hij voortdurend op een wit kaartje te krabbelen, maar dit weerhoudt hem er niet van de geschiedenis van Perithia vanaf de veertiende tot de twintigste eeuw in een notendop te stoppen.
Dan ineens heft hij het hoofd en overhandigt ons het witte kaartje waarop hij zo nijver zat te krabbelen. Het is zijn visitekaartje, dat hij tijdens onze geschiedenisles even getekend heeft. Het meest luxe visitekaartje, gedrukt op het duurste papier, door een topdesigner ontworpen volgens de richtlijnen van de moderne presentatie, kan geen betere indruk achterlaten dan dit exemplaar.