Griekenland zei Nee

Laatst zag ik nog een gesprek tussen David Letterman en John Cleese, daterend uit 1988. Letterman vroeg aan Cleese wat voor speciale dagen, zogenaamde holidays, de Engelsen vieren. Cleese antwoordt op zijn ‘Cleese’ door te zeggen dat Summer een speciale dag is, die door miljoenen Britten gevierd wordt door het dragen van badkleding en het in gezinsverband gaan liggen in de tuin ter ere van die ene dag zon per jaar. Verder somde hij nog National Apology Day op. En dan had je nog, briljant gevonden omdat de Britten meer om dieren geven dan om mensen, de National Day of Being Cruel to Animals. Maar daarbij hield het wat feestdagen betreft wel op, volgens mijn favoriete Britse komiek.

Dat probleem kennen de bewoners van Corfu niet, bedacht ik mij, toen ik op het uiterste punt van de weg langs de baai van Garitsa eindelijk een parkeerplekje vond. De Grieken pakken elke gelegenheid aan die het leven biedt om er een feestdag van te maken. Soms al met een feestdag vóór de daadwerkelijke feestdag om in de stemming te komen en nog een dag erna om weer af te bouwen.
Ik pak mijn cameratas van de achterbank en begeef mij tussen honderden andere bezoekers op een fikse wandeling naar het park bij de Espianade, aan de voet van het Oude Fort. Daar namelijk zijn de feestelijkheden omtrent Oxi Mera, oftewel Nee-dag.
Nee-dag? Ja. Ieder jaar wordt op 28 oktober herdacht dat Griekenland, bij monde van de toenmalige dictator Metaxas, op die dag in 1940 luid en duidelijk NEE! zei tegen Mussolini toen die vroeg om vrije doorgang voor de Italiaanse troepen. Gevolg van de weigering was dat Italië de oorlog aan Griekenland verklaarde en de Grieken bij de 2e wereldoorlog betrokken raakten. De herdenking werd al reeds in 1942 in het leven geroepen, want als het om feestelijkheden en herdenkingen gaat dan lieten de Grieken ook toen al er liever geen gras over groeien.

Oxi-dag wordt luister bijgezet door alle muziekcorpsen van Corfu-Stad in te schakelen. Verder zijn er parades van militairen en, merkwaardige combinatie, schoolkinderen. Nou ja, agge maar leut et. Na een half uur wandelen komt de Espianade eindelijk in zicht. Tienduizenden mensen verdringen zich in het park en de straten rondom de drukste promenade van Corfu. De terrassen puilen aan alle kanten uit, elk bankje in het park is bezet. Vanuit de verte dringt zich al zachtjes het staccato geluid van een drumband in mijn oren. Dan valt mijn oog op een aantal op het gras liggende glimmend gepoetste tuba’s, ook wel bombardons genoemd. De meeste worden terzijde gestaan door een even glimmende fanfarehelm voorzien van gekleurde versiering. Ik schiet de eerste foto’s van de dag.
Even later sta ik ingepakt tussen hordes Corfioten het kleurrijke schouwspel te bekijken. Wat opvalt bij de parades van de muziekcorpsen is dat iedereen, van jong tot oud, strak in het corpspak zit. In de gebiesde broek zit een vouw als een scheermes. Daarboven het gesteven corpsjasje waarvan de zilveren of gouden knopen schitterend zijn gepoetst en de epauletten onberispelijk gestrikt. Rond de nek een smetteloos witte overhemdboord, tot boven aan toe dichtgeknoopt, natuurlijk voorzien van stropdas. Op het trotse hoofd een prachtig glimmende en beslagen helm met het corpsembleem, met daar weer bovenop een flonkerende waterval van franje of kleurige veren. In hun handen houden ze hun glanzend gouden instrumenten die het uitbundige zonlicht fel weerkaatsen, de toeschouwers soms verblindend. Ook al zijn op enkele gezichten duidelijk de sporen van een wild of bandeloos leven af te lezen, op hun outfit valt niets aan te merken.

Zo ook de intentie en overgave waarmee alle muzikanten hun instrument bespelen. De gezichten staan op serieus, plechtig, trots ook vaak. Ook bij de jongere deelnemers, of ze nu op een blokfluit blazen of de triangel bespelen, zie ik er niet een acteren met een blik van, ik loop hier voor duizenden mensen voor schut in dit apenpak omdat ik anders een pak op mijn lazer krijg van mijn pa.
Als de mariniers langs marcheren, het geweer voorzien van bajonet rustend op de schouder, klinkt er onophoudelijk applaus. De strijdkrachten zijn nog steeds de trots van Griekenland. Ze staan dan ook wereldwijd bekend als uitstekende vechters en soldaten. Eensgezind, trouw, onverschrokken, moedig, en dat zie je. Aan de vastberaden blikken en de strakke trekken om de mond is duidelijk af te lezen dat er met deze jongens niet te spotten valt.

De laatste parade eindigt voor het podium waarop zich de notabelen van Corfu bevinden. Het tromgeroffel verstomt, de laatste noot wordt uit het koper de lucht ingeblazen. Een plechtig saluut wordt gebracht aan de hoogwaardigheidsbekleders van Corfu. Nadat die hun waardering middels een applausje hebben geuit en de pappas hun zegen hebben gegeven, is de herdenking voorbij. Zo geordend als de plechtigheden tot op dat moment hebben plaatsgevonden, zo plotseling vullen de paden zich met uitgelaten lachende Grieken en stort de massa zich als een vloedgolf op de terrassen in de omgeving. Daar zullen ze de verdere dag in gezinsverband en met vrienden door brengen.

Op mijn wandeling door het park richting Garitsa Bay zie ik een drietal jonge kinderen die het monument voor de hereniging van Corfu met Griekenland beklommen hebben. Een mooi blond meisje in een spijkerrokje staat aan de ene kant van de betonnen kolos, aan de andere kant staat een knulletje in zijn zondagse overhemd te hopen dat het knappe meisje zijn vriendinnetje wil worden. Het andere jongetje staat voor de zuil, aandachtig het scherm van zijn mobieltje bestuderend. Geen van drieën heeft oog voor de lelijke zwarte letters in verf die een anarchist op het monument gespoten heeft: Κρεμαλα Στογς ΝΑΖΙ! (De galg voor de nazi!). De kinderen zijn zich waarschijnlijk onbewust van de onheilspellende lading van de boodschap. Gelukkig maar.