We noemen hem Spyros!
Wie voor het eerst op Corfu komt, zal het al snel opvallen dat de naam Spyros zeer regelmatig voor komt. Overal kom je die naam tegen. Op puien boven winkels, bij hotels, op reclameborden van restaurants, op het lapelkaartje van de gerant in het deftige restaurant en noem maar op. Op het kerkhof vind je de meeste. Hebben de Grieken een gebrek aan fantasie als het om namen gaat, of steekt er meer achter?
Het gebruik om een mannelijke telg Spyros te noemen dateert al van enkele honderden jaren terug. Het is verreweg de meest gebruikte naam op het eiland. Dat wil zeggen: onder de mannen. Alle (Griekse) vrouwen heten Maria, maar dit terzijde.
Als een man Spyros genoemd wordt, dan weet je dat het, uitzonderingen daargelaten, de oudste zoon in de familie is. De Corfiotische huisvader, die per definitie niet heel vroom is, ziet er toch een veilig achterdeurtje in om zijn oudste zoon naar de beschermheilige van het eiland – Spyridon genaamd – te vernoemen. Omdat het nu eenmaal geen kwaad kan je zoon naar de redder van Corfu te noemen.
Wie was nu deze Sint Spyridon en wat heeft hij bewerkstelligd, dat hij zelfs honderden jaren na zijn dood nog steeds zo geëerd wordt op dit eiland?
De beschermheilige van Corfu
Allereerst zij opgemerkt dat het niet altijd Sint Spyridon geweest is. Het Sint – of Agios, zoals de Grieken zeggen – is er pas na zijn dood bij gefabriekt. Dit in tegenstelling tot Sint Nicolaas, die deze titel reeds bij leven mocht ontvangen. Alhoewel hij tot heilige is benoemd door de middenstand, dus dat is eigenlijk geen vergelijk.
Merkwaardig genoeg is onze Spyridon niet eens op Corfu geboren. In de vierde eeuw na Christus aanschouwde hij het levenslicht op Cyprus. Als kind onderscheidde hij zich waarschijnlijk niet veel van zijn leeftijdgenootjes, want van zijn jeugdjaren is weinig tot niets bekend. Of hij zich toen al als heilige gedroeg, daarnaar kan men slechts gissen. Aannemelijk is dat de jeugdige Spyridon misschien wel eens een windje liet in gezelschap, of wellicht zelfs kattenkwaad uitgehaald heeft, net als veel van zijn leeftijdgenootjes.
Eerst als twintiger trad hij uit de contouren van zijn menselijk bestaan en vond men zijn daden interessant genoeg om hier verslag van te doen, zodanig zelfs dat deze kronieken voor het nageslacht bewaard zijn gebleven. Eenmaal volwassen plachte de jeugdige Spyridon in zijn onderhoud te voorzien met het weiden van schapen. Waarschijnlijk vond hij het bestaan als herder te arbeidsintensief, want na enige tijd zijn gezag over de hem toevertrouwde schapen uitgeoefend te hebben, verwisselde hij zijn herdersmantel voor een monnikspij.
Na verloop van tijd werden ook de verplichtingen van het monnikenbestaan hem teveel en hij solliciteerde naar het ambt van bisschop. Hij wist de dienstdoende personeelschef van zijn geschiktheid te overtuigen met een paar flessen goede wijn en door een paar kleine wonderen te verrichten. Hij werd tenslotte geïnstalleerd als bisschop en is dit tot ver na zijn dood gebleven.
Zijn daden benne groot
Tijdens zijn verdere leven heeft Spyridon niet veel meer uitgevoerd dan een beetje heilig rond lopen te stappen. Wel was hij altijd bereidwillig om op gezette tijden een wondertje te verrichten. Over de aard van zijn wonderen is niet veel bekend. Waarschijnlijk ontstegen ze nauwelijks het effect van een goede goocheltruc op een kinderpartijtje. Over andere werkzaamheden die aan het welzijn van de toenmalige wereld hebben bijgedragen, vermelden de geschiedenisboeken helaas niets. Wel prevelde hij naar verluidt regelmatig het eeuwenoude spreekwoord ‘Bid en werk’ (Ora et Labora). Wat maar weinigen weten is dat Spyridon deze levenswijsheid een nieuwe dimensie gaf door er een zinnetje aan toe te voegen: ‘Veel bidden, dan hoef je weinig te werken’.
Hoe dan ook, onze Spyridon kwam op den duur te overlijden en wel in 350 n. Chr. Hoe oud hij werd, is niet bekend. Blijkbaar had hij door zijn buitengewone onthechtheid met aardse zaken als arbeid, bezitvorming en toekomstplannen diepe indruk op zijn tijdgenoten gemaakt. Zijn overblijfselen werden tenminste ijlings naar Constantinopel overgebracht en daar met veel vertoon van eer bijgezet. Daar heeft hij, ongetwijfeld tot zijn buitengewone tevredenheid, zo’n twaalf eeuwen op zijn rug gelegen. Toen de Turken halverwege de vijftiende eeuw echter nogal opdringerig werden, kwam de rustplaats van Spyridon in gevaar. Men moet namelijk weten dat bij de verovering van een stad door de Turkse agressor er wel eens wat stuk ging. Men keek niet op een vaasje of een glaasje. Aangezien Spyridon inmiddels wat fragiel geworden was, heeft iemand gemeend er goed aan te doen zijn overblijfselen in een zak te stoppen en prompt de stad uit te smokkelen.
Aankomst en heldendaden op Corfu
Zo kwam het dan dat Spyridon, ruim duizend jaar na zijn overlijden pas (in 1460 n. Chr. om precies te zijn), op Corfu arriveerde. Hij heeft nooit spijt van zijn gedwongen verhuizing gehad. Zijn roem was hem blijkbaar vooruit gesneld, want bij aankomst op Corfu werd hij bliksemsnel in een zilveren sarcofaag gelegd, tot beschermheilige van dit mooie Griekse eiland gebombardeerd en dienovereenkomstig vereerd. Tot op de dag van vandaag vinden er op Palmzondag en Paaszaterdag (volgens de orthodoxe kalender) nog steeds uitbundige en feestelijke processies plaats, speciaal ter ere van hem. Men gaat hierin zo ver dat zijn lichaam, of wat daar nog van over is, in een open kist wordt gelegd en door de stad wordt gedragen. Het is zelfs mogelijk door een openstaand raampje zijn voeten te kussen, wat devote Grieken dan ook doen. Verder zijn er een strand, enkele dorpen op Corfu, een kerk en, zoals reeds vastgesteld, talloze kinderen naar hem vernoemd. Dat zal hij leuk vinden!
En dat is ook zo. De verering was voor Spyridon aanleiding om eindelijk eens te gaan doen waar hij goed in was. Na tijdens zijn leven enkele nauwelijks tot de verbeelding sprekende wonderen te hebben verricht, ging hij nu over tot het grote werk. Tot tweemaal toe heeft hij het eiland weten te redden van de pest, al kwamen er wel enkele tienduizenden om bij de epidemie. Niemand nam hem dit kwalijk, alle begin is moeilijk. Later werd het eiland door zijn toedoen behoed voor totale uitsterving door hongersnood.
Dat zijn ster als beschermheilige rijzende was, werd duidelijk in de achttiende eeuw, toen bij schermutselingen met de roofzuchtige Turken zijn verschijning in de lucht reeds genoeg was om de aanvallers met de staart tussen de benen op de vlucht te jagen. Het mag dan ook geen verbazing wekken dat de welvaart die Corfu enkele decennia gekenmerkt heeft, te wijten was aan de inspanningen van deze nijvere heilige en niet aan de grote aantallen toeristen. Dat Griekenland momenteel tot de bedelstaf is verheven, is slechts te wijten aan corruptie en kan Spyridon natuurlijk niet verweten worden. Je kan de wakkere heilige een bezoekje brengen in de gelijknamige kerk in Kerkyra, waar men hem een warm plekje heeft toebedacht.
Eén reactie