De Verdwaalden (2)
Vervolg op deel 1
Ik sta in de ruimte boven de half vergane opslagtank. Het totaal verrotte dak houdt de regen niet meer buiten en een gestage stroom regendruppels valt op de metalen kop van een van de kleinere opslagtanks. Tik, tik, tik. You’re all alone, gelukkig.
Ik ben blij dat ik er achter ben wat het geluid veroorzaakte. Het is niet denkbeeldig dat deze fabriek nog door mensen gebruikt wordt als bescherming tegen regen en kou. Corfu biedt onderdak aan veel illegalen zoals Pakistani, Afghanen, Nigerianen, Albanezen en nog een handjevol nationaliteiten en veel van deze mensen hebben geen geld voor onderdak. Direct valt mijn oog op een spijkerbroek die over een als wasrek dienende reling hangt. Zie je wel?
Ik neem de omgeving in mij op en zie nog veel meer sporen van ‘bewoning’. Bergen lege conservenblikjes, een beschimmeld matras, een zonnebed, een plastic kuipstoeltje met drie poten. En huisvuil, heel veel huisvuil. Lege flessen, plastic zakken met afval, verpakkingen, blikjes, het lijkt wel op het slagveld na een feestje bij een rockster. Met dat in gedachten hoop ik niet dat ik een lijk tussen de puinhopen vind.
Hm, de vorige bewoners hadden toch ook enige luxe, want in de bende ik vind een magnetron waarvan de isolatie naar buiten gulpt, een koelkast en een beeldbuis. Zelfs een broodrooster ontbreekt niet. Dat zal toch behelpen geweest zijn, zo zonder elektriciteit.
Hoe hebben die mensen hier geleefd? OK, aan ruimte geen gebrek, ieder kon zijn eigen slaapvertrek uitkiezen, allemaal met voldoende hoeken die je als toilet kan gebruiken. Maar stromend water heb je alleen in de winter, als het langs de muren loopt. Wekelijks even lekker in bad zit er dus niet in. Laat staan je kleren wassen. ’s Zomers valt dat nog wel mee aan de oostkust van Corfu, met de Ionische Zee op loopafstand en elke dag zon om je kleren te drogen. Maar in de winter? Brrr.
En de nachten, hoe kom je die door? Met alle geluiden, de stank, de verrotting, het gevaar, het vuil, de uitzichtloosheid van de situatie. Loerende ratten die je met hun vurige oogjes aankijken, het gekoer van de duiven. Wakker geschreeuwd worden door een van je lotgenoten die gillend ontwaakt uit een boze droom, terwijl je aan je eigen nachtmerries al meer dan genoeg hebt. Nee, dit is geen vakantieoord zoals ik die ken op Corfu.
De muren die nog overeind staan, zijn vol gekalkt met kunstig aangebrachte graffiti en oosterse tekens. Ik vind een Engelse zin: Never give up. Nou, dat is een goed advies, maar gemakkelijker gezegd dan gedaan in hun hopeloze situatie.
Hele verhalen zijn er in kriebeltekens te lezen, al valt het voor een westerling niet mee er chocola van te maken. Waar zal het over gaan? Het zijn vast geen vrolijke verslagen over reisjes naar het strand, een bezoek aan Corfu Stad of het exuberante uitgaansleven van Dassia of Ipsos. Wellicht geeft de schrijver uiting aan zijn grote verdriet, bittere spijt of doffe wanhoop. Hoe hij zijn familie mist, of zijn kinderen. Misschien gaat het wel over het meisje dat hij achterliet met de belofte dat hij het zou gaan maken in het nieuwe land. Dat hij haar dan over zou laten komen om samen een nieuw bestaan op te bouwen. Maar dat liep anders.
Onder een van de muurschriften is een naam te lezen: Hossein Mahmood. Misschien zijn we elkaar wel eens tegen gekomen in de stad, terwijl ik op een terrasje achter een ouzo en een bordje mèzes zat, terwijl hij op zoek was naar ander geluk.
In het midden van de ruimte staat tussen de troep een oude stoel. In gedachten zie ik de muurschrijver zitten, met een beetje mazzel vallen zonnestralen door het bouwvallige dak op zijn gezicht. Mijmerend over het land waar hij is geboren, de mensen die hij achterliet, de dromen die hij had van vrijheid, veiligheid, vriendschap, vrede. Waar ben je nu Mahmood? Heb je het niet opgegeven? Ik wens je het allerbeste.
Eenmaal in de vrije buitenlucht slaak ik een zucht van verlichting. Enerzijds omdat ik op eigen kracht, zonder ongelukken dus, de ruïne achter me gelaten heb. Anderzijds omdat ik weg ben uit die naargeestige en deprimerende omgeving. Een mens leert zijn zegeningen wel tellen op deze manier. De regen is voorbij en de aangename warmte van het zonlicht op mijn gezicht werkt stimulerend op mijn gevoel van vrijheid en blijheid. Het leven is waard om geleefd te worden!
Ik vier dat heuglijke feit bij Mèzepoleio The Three Pigs met een koel glas water, een dubbele ouzo en een heerlijk sappige saganaki.
Eén reactie