Merkwaardige gewoonte: op de Dag Van De Arbeid massaal thuis blijven. Zoals in wel meer Europese landen is 1 mei voor de Grieken een vrije dag. Beetje tegengesteld, maar daar maalt geen Griek om en geef ze eens ongelijk. Een vrije dag is een vrije dag.
Ik word op deze zonovergoten dag gebeld door een Nederlandse vriend – ook wonend op Corfu – die even een biertje wil gaan drinken. Ondanks dat ik druk ben, voor mij is dit een gewone werkdag, besluit ik toch van de gelegenheid gebruik te maken. Even later zitten we in de auto op weg naar ons buurdorp Afra waar een tentje is waar je bij een biertje altijd een bordje mezès krijgt, zoiets als tapas maar dan op zijn Grieks.
Als we bij ons dranktentje arriveren ziet het er gesloten uit. We zijn beiden verbaasd. Een vrije dag is voor veel Grieken aanleiding om erop uit te gaan, dus tapperijen, restaurants en andere horeca zijn juist dan lucratieve business. Maar we horen aan de zijkant druk gepraat, dus we besluiten even poolshoogte te nemen. Ah, tot onze geruststelling zit er een aardig gezelschap onder een luifel aan de zijkant, druk pratend en gebarend. We parkeren de auto en gaan in de tuin aan een tafel onder een grote parasol zitten. Het gezelschap bestaat namelijk uit Grieken die allemaal proberen elkaar te overschreeuwen en wij willen gewoon een praatje maken onder het genot van een lekker biertje.
Een wat oudere man heeft het hoogste woord. Hij heeft net zo’n stem als Joe Pesci in Goodfellas. ‘What do you mean with funny? Funny like a clown or something?’ Wellicht is het familie van hem, want als iemand probeert ook een argument in de groep te gooien dan wordt hij gelijk overstemd door de Joe lookalike.
We worden in eerste instantie wat argwanend bekeken door het gezelschap terwijl wij ons nederzetten. Dan maakt een jonge Griek zich los uit het gezelschap en komt naar ons toe. Wij bestellen een lekkere Alfa, naar mijn smaak het lekkerste Griekse bier. De vriendelijke knaap komt even later terug met onze bestelling, maar tot onze verbazing ontbreken de mezès. Nou ja, het is maar bijvangst. Een paar minuten later komt hij nogmaals onze kant op, nu met een bord met stukken kaas, uitjes, olijven en radijsjes. Ah, alsnog mezès dus, zij het in een sobere uitvoering. Dan legt hij uit dat hij gesloten is vanwege de Dag Van De Arbeid en dat het eigenlijk een besloten party is. Maar we zijn welkom, we mogen blijven, legt hij lachend uit. Kijk, dat zijn nu ook de Grieken. Je breekt in op een feestje en in plaats van je weg te sturen, gaan ze je gewoon bedienen.
Hij vraagt waar we vandaan komen en we zeggen dat we In Agios Ioannis wonen. Hij trekt zijn wenkbrauwen omhoog en zegt dat het hele gezelschap onder de luifel daar ook vandaan komt. Dan brult hij wat naar hun in het Grieks waarvan we alleen onze plaatsnaam snappen. Iedereen begroet ons luidkeels alsof we popsterren zijn. ‘Holland, Holland, we love Holland’, horen we luid scanderen. Joe Pesci komt ook nu overal bovenuit en even verdenk ik hem er van dat hij iedereen persoonlijk komt voorstellen. Zover komt het gelukkig niet, al snel hervatten ze hun geschreeuw naar elkaar weer en wij voeren ons gesprek op een wat lager volume.
Na een tweede biertje zetten we er een punt achter en gaan afrekenen bij de jonge knaap die ons zo gastvrij ontving op zijn private party. Alsnog moeten we het hele rondje langs om handen te schudden, uit te leggen hoe lang we waar wonen, wat we de mooiste tijd van het jaar vinden en wat onze schoenmaat is. Heerlijk eiland, heerlijke mensen. Kon het maar altijd Dag Van De Arbeid zijn.