Naar zee, naar zee!
Op een tijdstip dat de meeste vakantiegangers besluiten nog een drankje te nuttigen alvorens hun appartement of hotel op te zoeken, gaat bij mij de wekker. Even later sta ik in de douche, zo fris als een doodgereden vogeltje langs de kant van de weg. Met ogen niet groter dan spleetjes kijk ik in de spiegel naar een vale kop met harige kin. Onchristelijk tijdstip, half vijf in de ochtend! Maar wie A zegt, moet ook B zeggen. Dus stap ik een half uurtje later fris en fruitig en vol goede moed in de auto op weg naar Arillas, het noordwestelijk van Corfu gelegen badplaatsje. Volgens afspraak zal ik daar Thomas ontmoeten, een Griekse visser die mij uitgenodigd heeft een dagje met hem op te trekken. Dat was een aanbod dat ik niet kon weigeren.
Anderhalf uur later zijn we buitengaats en snuif ik het aroma van de zee met volle teugen op. Met de borstkas vol zilte zeelucht fier vooruit moet ik aan het bekende gedicht van J.P. Heije denken:
Ferme jongens, stoere knapen
Foei! hoe suffend staat gij daar!
Zijt ge dan niet welgeschapen,
Zijt ge niet van zessen klaar?
Schaam je jongens, en ga mee
Naar de zee, naar de zee!
Het is prima strandweer, al tintelt het matige ochtendbriesje de armhaartjes. Het bijna ontbreken van wind stemt mij gerust. Uit ervaring weet ik dat het geen feest is om zeeziek te zijn. Vanwege de harde wind van voorgaande dagen is de zee best nog wel wild en het kleine vissersbootje stampt er lustig op los. Maar als het niet erger wordt dan dit dan ga ik het redden zonder de vissen te voeren.
We gaan een ronde maken langs drie netten. Daarom zetten we eerst koers naar Erikoussa, een van de Diapontia eilanden voor de kust van Corfu. Thomas denkt in het groot, want hij bevoorraadt, behalve zijn eigen visrestaurant Vavilas in zijn woonplaats Arillas, ook enkele viskramen op de markt in Corfu Stad.
Corfu, parel in de Ionische zee
Na een half uur genieten van de weidsheid van de Ionische zee, de verkoeling van de zeewind in het gezicht en de betoverende kleuren van de Diapontia eilanden en vergezellende rotsformaties, trekt Thomas zijn oliepak aan. Er gaat wat gebeuren. Dan zie ik ook de eerste drijvers fel wit en oranje afsteken tegen het diep blauwe Ionische zeewater. We zijn bij het eerste net aangekomen. Voor de met ons meereizende zeemeeuwen is dit het sein om het op een krijsen te zetten. We gaan ontbijten!
Even later klinkt het sonore gedreun van de dieselmotor en het geratel van de katrollen die het net – met een lengte van meer dan een kilometer! – meter voor meter uit de duistere diepte omhoog haalt. Wat zal dit net allemaal voor rijkdommen opleveren?
Thomas sorteert het net met snelle bewegingen waaruit veel ervaring spreekt. Waar niets in zit, wordt netjes tot een gele berg voor zijn voeten getransformeerd. Wat vis en andere levende wezens bevat, wordt naar de zijkant van het dek gedrapeerd en net met rotsen en rommel naar de achterkant.
En ik maar denken dat het een kwestie was van zo’n net optakelen, ondersteboven kieperen en weer terug zetten! Niets van dit alles. Meter voor meter wordt de druipende schat binnengehaald. Prachtig gekleurde vis, scherpe stenen, kreeft, grillige brokken jong koraal, octopus, prachtige schelpen, wier, krabben, katvis en alles wat een zee meer aan cadeaus heeft.
Corfu onderwater
Een half uur later is het net in zijn volle lengte binnen en kan het langzame proces beginnen van het legen van het net. Het is een collectie van kleuren waar C&A jaloers op zou worden. De prachtige maar gevaarlijke schorpioenvis is het meest prominent aanwezig met zijn felrode vinnen en venijnige tandenstokers op zijn rug. Het zachtroze van de octopus past daar goed bij en doet denken aan frambozenijs. Prachtige witte katvis met bruin strepenpatroon op de rug en zwarte ogen die je beschuldigend aankijken. Alle kleuren van de regenboog van tropische vis die in een aquarium niet zou misstaan. De koelemmer vertoont een bonte schakering flower power tinten.
Je moet wel van puzzelen houden, denk ik als ik gadesla hoe Thomas verwoede pogingen doet om een tegenstribbelende krab uit de lijnenwarwinkel te bevrijden. Als hij vijf minuten later begint een flinke octopus te ontwarren uit de dradenbrij, hoor ik regelmatig kleine plopgeluidjes van de nappen van de tentakels die zich vastzetten op zijn oliejack. Die achtarm gaat niet oud worden, zie ik aan de blik in Thomas ogen.
De brokken gesteente die zich in het net verstrikt hebben, zijn zeer grillig en erg moeilijk te verwijderen. Ten tweede zijn sommige zo scherp als een mes en kunnen het net dus lelijk beschadigen. Met een houten hamer worden de dwarsliggers tot gruis geslagen en naderhand opgeveegd en aan de zee terug gegeven.
De keiharde strijd om het bestaan
Het legen van het net duurt, ondanks dat het een matige vangst is, toch wel een uur. Ik heb bewondering voor de manier waarop het gedaan wordt. Voorovergebogen gezeten op een omgekeerde emmer wordt het zeefruit geduldig bevrijd uit het vrolijk gekleurde net. Als de ruggengraat begint te protesteren, wordt het monnikenwerk zonder mokken op de knieën voortgezet. Pfoeh, er gaat een steek door mijn versleten knieën bij de gedachte dagelijks vele uren in die positie te moeten werken. Ik krijg nog meer bewondering voor deze manier van levensonderhoud dan ik al had.
Eindelijk heeft de laatste inhoud het net verlaten. Dan begint het langdurige proces om het net weer rechtopstaand op de zeebodem te krijgen. Loodrand eerst en de duizenden drijvers die het net twee meter van de grond moet houden boven. Meter voor meter glijdt het net door de kundige zeemanshanden overboord, langzaam op weg naar grote diepte. Dat het maar weer zijn opbrengst mag leveren.
Terwijl de boot naar het volgende net vaart, begint daarna tot hoorbare vreugde van onze gevederde vriend de stern de schoonmaak van de oogst. Fascinerend om te zien hoe deze ervaren piloten feilloos tussen de golven doorscheren en in volle vlucht het uurwerk van een regenboogvisje of motoronderdelen van een octopus weten te ontworstelen aan het wilde water. Ik bedenk een nieuw spelletje: een mooie foto maken van een stern die zijn ontbijtje net in zijn broodmolen stopt. Dat is een momentopname waarbij je realiseert dat het maar goed is dat je een digitale spiegelreflex met zeer korte sluitertijd hebt.
De oogst van de dag
Uren later hebben we drie netten opgehaald, geleegd en weer te water gelaten. Al met al was het geen beste dag, de vangst is gevarieerd maar matig in hoeveelheid en gewicht. Genoeg om Thomas’ gezin en regelmatig terugkerende gasten te voorzien van een smakelijk visgerecht, maar niet de moeite om voor naar de markt te gaan. Het moet erg teleurstellend zijn om honderden meters net binnen te halen waar niets meer in zit dan zo nu en dan een steen of een enkel oneetbaar krabbetje. Al die tijd, moeite en kosten voor een bedekte bodem van een overmaatse piepschuimen kist.
Toch zal Thomas de volgende morgen weer in alle vroegte zijn vrouw gedag knuffelen en zijn slapende kinderen op de wang kussen. Even later zal hij voor de tienduizendste keer zijn boot de haven van Agios Stefanos uitsturen. Hij zal de zee opsnuiven en de opkomende zon begroeten met een brede glimlach. Hij is weer thuis.