Takis de Troubadoer
Omdat de belasting aardig voor ons geweest is, besluiten we dat op vrijdagavond te vieren met een etentje in Corfu Stad. We kennen daar een uitstekend en pittoresk restaurantje genaamd Campielo (vernoemd naar de wijk waarin het restaurant is gelegen). Niet de doorsnee Griekse kaart, het mag allemaal iets meer kosten hier. Erg goed.
Mirjam heeft zich echter verplicht eerst een paar uur de kunstschatten van de internationale Paverpol expositie van Corfu bewaken, dus moet ik me zolang bezig houden in de stad. Nou, dat is niet zo moeilijk, ik zou er dagen kunnen rondzwerven.
Na Mirjam te hebben afgezet bij de expositieruimte, begeef ik mij vast richting de buurt waar Campielo is gevestigd. En laat ik nou vlakbij het restaurant een gaatje zien! This must be my lucky night.
Even later kuier ik door de nu snel invallende duisternis, driftig kiekend in de drukke winkelstraten en smalle steegjes. In Corfu Stad is altijd wel wat te fotograferen.
Niet ver vanaf de Espianade valt mijn oog op een deftige bronzen plaat naast een statige maar openstaande deur. Het blijkt een soort van museum van een grote Griekse bank te zijn.
He, hier is een foto tentoonstelling! Ah, van een Italiaanse fotograaf die triomfen vierde aan het begin van de 20ste eeuw. Zal dus wel in zwart wit zijn. Omdat ik nog wel even tijd heb, beklim ik de treden en zie tussen wanden die behangen zijn met bankbiljetten (Drachmes, geen Euro’s!) een pijl die naar boven wijst.
Ik sta oog in oog met Frederic Boissonnas en vergaap mij aan zijn prachtige fotocollectie. De meeste foto’s dateren van tussen 1903 en 1913, maar ze zijn schitterend. En wat een kwaliteit al!
Ik maak van bijna alle prachtige zwart-wit foto’s een plaatje en heb spijt van mijn witte T-shirt, dat helaas nogal opvalt op het niet ontspiegelde glas van de fotolijsten. Je kan niet alles hebben.
Bij het verlaten van de expositieruimte word ik uitgeleide gedaan door de elegante oudere dame die mij de weg heeft gewezen. Ik stel mij voor dat zij misschien wel als klein meisje op de foto’s staat, zo oud is ze.
‘The collection was beautiful’, zeg ik, en ze glimlacht vriendelijk. ‘And so are you’, roep ik er achteraan. Ze maakt een buiging en lacht een perfecte rij plastic tanden bloot. Ik buig terug en wandel in de opperste staat van tevredenheid naar buiten.
Even later zit ik in de zwoele avond achter een ouzo met een bordje mezès, lekkere hartige Griekse hapjes. Het gaat nog even duren voor we gaan eten en ik ben wel toe aan een hapje.
Het is gezellig druk in de stad en iedereen lijkt het naar zijn zin te hebben. De temperatuur is zeer aangenaam, er wordt veel gelachen, gepraat, gegeten en gedronken. Van een land in crisis is hier niets te merken.
Hm, nog een half uur voordat Mirjam de tent kan sluiten. Waar zal ik nog eens een paar foto’s schieten? Ik ben in de buurt van Hotel Cavalieri, een beroemde locatie op Corfu. In de jaren 70 werd hier een deel van de Amerikaanse speelfilm Fedora opgenomen. William Holden, Hildegard Knef, Henry Fonda, Michael York en andere sterren gaven acte de presence in deze film, die voor een groot deel op Corfu afspeelt. Cavalieri is het hotel waar Holden tijdens zijn zoektocht naar Fedora onderdak vindt. Het staat bekend om zijn gammele snoeioude lift en mooie dakterras met zicht over heel Corfu Stad. Daar zou ik nog net wat plaatjes kunnen schieten voor ik Mirjam ophaal.
Ik zet de pas er in, maar hoor dan muziek uit een van de brede winkelstraten komen. Een prachtige stem, begeleid door gitaar trekt onmiddelijk mijn aandacht en ik besluit Cavalieri te laten voor wat het is.
Ik ga op het geluid af en zie al snel een straatmuzikant die verantwoordelijk is. Gezeten op een kratje begeleid hij zichzelf op gitaar en tikt met zijn in roze gympen gestoken voeten de maat. Hij heeft een wilskrachtige gebruinde kop met veel haar, dat achterop in een knotje gebonden is. Ook zijn kin is ruig behaard. Een aantrekkelijke jongen denk ik, maar ik heb er niet veel verstand van.
Maar een stem! Onversterkt is hij toch over grote afstand te horen. En een drama dat er uit spreekt, dat wil je niet weten. Rauw, doorleefd, smartelijk, echt en oprecht geeft hij uiting aan zijn zieleroerselen en gedachten. Hij mishandelt zijn gitaar niet echt, maar sparen doet hij hem ook niet. Hij ramt de akkoorden er uit terwijl hij ongetwijfeld een verloren liefde of tragische relatie bezingt. Prachtig.
Maar wacht eens, ik heb in @Home, eens onze favoriete muziektent op Corfu, ooit een Griekse muzikant zien spelen die op mij een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten. Het zou zo maar eens deze jongen kunnen zijn. Eens vragen als ik de gelegenheid krijg.
Op het hoogtepunt van zijn Griekse tragedie komt er een vadsige straathond op de artiest aankuieren en begint nieuwsgierig zijn gitaarhals te besnuffelen. Dat maakt het musiceren er voor de artiest niet gemakkelijker op, maar bedreven neemt hij deze kleine hindernis en vervolgt zijn levenslied. Dan begint de hond met hem mee te huilen en likt zijn handen onophoudelijk. Dat wordt de muzikant toch ook teveel en middenin zijn song houdt hij het even voor gezien.
Dat geeft mij gelegenheid een praatje met hem te maken en ik vraag Takis – want zo heet hij – of hij wel eens in @Home heeft gespeeld. Inderdaad heeft hij daar eens gestaan en het was prachtig. Wat een gelukkig toeval hem hier aan het werk te zien.
Ik vraag hem naar het soort muziek dat hij maakt. Griekse rock, is het antwoord. Ik meende Neil Young invloeden te herkennen en dat klopt, bevestigt hij. Bob Dylan is ook een van zijn favorieten. Maar hij is aan het werk, dus als ik het niet erg vind?
Ik schiet een paar mooie plaatjes van hem terwijl hij met zijn krachtige stem de straten vult. Enkele voorbijgangers blijven even luisteren en sommigen gooien zelfs munten in zijn gitaarkoffer.
Mijn maag begint te knorren en ik bedenk dat het tijd is om Mirjam op te halen. Takis en ik wisselen telefoonnummers uit en ik vervolg mijn weg naar het theater. Daar wacht mijn lief mij op en een kus later wandelen wij hand in hand door 27 graden duisternis naar ons favorestaurantje Campiello. De eigenaar, die met vrienden een glaasje drinkt, herkent ons al bij binnenkomst en zegt dat we mogen zitten waar we willen. Even later klinken onze glazen tegen elkaar en toosten we op Corfu. Ons eiland.